woensdag 3 februari 2010

Mijn huis

Als ik een huis was,
dan stond ik in een weiland
en keek ik over zee
Vlak voor me zag ik paarden
die liepen om me heen
om dingen die ik kwijt wou,
te dragen op hun rug
ze hinnikten en ze draafden,
dus alles ging heel vlug

Buiten bloeiden bloemen
langs het koude steen
als een dekbed van kleuren
heerlijk warm om me heen
iedereen mocht ze plukken
een vaas vol geluk
ze groeiden oneindig
en gingen nooit stuk

Binnen dansten hoge vlammen
in de grote haard
uit de oven in de keuken
ontsnapte een warme appeltaart
kinderen die hem zagen rennen
vingen hem vlug
met hengel en net
huppelden trots naar hun ouders
iedereen had dikke pret

De woorden die de ruimte vulden
vormden saam een prachtig lied
en verblijdde ieders oren
valse tonen waren er niet
alle beelden sprongen dansend
in de lijsten aan de muur
om daar mooi
te blijven hangen
voor de aller eeuwigste duur

Geen opmerkingen: