zondag 1 februari 2015

Een volwassen leven lang



Vandaag is het 21 jaar geleden dat mijn vader overleed. Na een kort maar hevig ziekbed, besloot hij niet te gaan strijden met de dood die hij zo lang gevreesd had, maar hem te omarmen.

Zijn vader overleed op 42-jarige leeftijd en, bijgelovig als mijn vader was, was hij er altijd van overtuigd geweest dat hem datzelfde zou overkomen. Dat er op de dag van zijn 42-ste verjaardag niet op de deur geklopt werd door magere Hein, was een grote opluchting.

Niet dat hij al die tijd geduldig had zitten wachten. Nee, als hij kwam, dan stond hem, gastvrij als mijn vader was, een kopstoot te wachten; een koude jonge borrel en een glas Heineken én dronk hij er zelf ook graag een aantal mee. Maar omdat zelfs jonge borrels oud kunnen worden en Hein niet kwam, schonk hij graag uit aan vrienden en familie. Vertellend over Sam en Moos of met luisterend oor voor wie dan ook met vertier of problemen. Mijn vader was een alles-lijmer. Dat iets soms te vast zat en daardoor ook kon breken, deed hem zelf misschien wel het meeste verdriet. Het leverde hem letterlijke hartenpijn op. 

Drie keer in korte tijd onderging hij een open hart operatie. Hij kreeg mechanische kleppen die zijn bloed lieten vloeien zodat zijn passie door kon stromen. Dat de doktoren hem een leven als kasplantje voorspelden klonk hem meer als doodvonnis in de oren dan die borrel met magere Hein, die na één mop over Sam en Moos vervolgens toch zou zijn vergeten waarvoor hij eigenlijk kwam en luid zingend ons huis zou hebben verlaten: “De paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas...”. Mijn vader zou hem vrolijk meezingend, uitzwaaien en met Amsterdams accent toegeroepen hebben; “fijne, lange wandeling Heintje!”

Over leven gesproken, wist mijn vader wat er te halen viel, maar vooral te brengen was. De geraniums gaf hij weg aan zijn liefste tante en de stoel ging naar het oud-vuil, terwijl hij bouwde aan zijn eigen kleine (auto-)imperium, nu net als hijzelf 2e-hands in plaats van nieuw, tot de lucht hem ontnomen werd en er geen vlekken in zijn nek, maar wel op zijn longen verschenen.

En daar stond Hein aan het einde van de tunnel in plaats van het licht dat hij er altijd in gezien had. Hein vroeg of hij dit keer met hem mee wilde komen en beloofde hem een reis naar het einde van de wereld. Mijn vader, toen 53 jaar jong, altijd op zoek naar spanning en avontuur kon, intuïtief als hij was, niemand iets weigeren!
Ze spraken af om klokslag 12 uur.

Ik hield zijn hand vast tot de deur van de eeuwigheid open ging. Kuste hem gedag en zwaaide hem uit. Zoals we altijd deden als we afscheid namen.