zondag 19 juli 2015

De kinderen van oma

Mijn oma was al vroeg weduwe. Opa Oldenburg overleed op 42-jarige leeftijd, nog midden in de oorlog, aan vocht om zijn hart. Zo’n aandoening waar je tegenwoordig vaak gewoon zogenaamde plaspillen voor krijgt die het vocht na een paar dagen uit je lichaam afvoeren. Oma bleef achter met vier kinderen, die ze na zijn overlijden alleen opvoedde met een klein salaris dat ze ontving voor haar werk bij de koekjesfabriek. Aan hertrouwen dacht ze nooit.

De naam van hun oudste zoon kostte oma en opa de meeste hoofdbrekens. Voor de kinderen daarna werd wat gehusseld en voor ze het wisten ontstond er weer een nieuwe combinatie. Het vele kruiswoord-puzzelen van oma kwam vast en zeker goed van pas bij het bepalen van hun roepnamen. Simpelweg wat letters wegstrepen en er bleef een naam over waar ze hun leven lang mee door konden.

Zo werd haar oudste zoon geboren in 1926 en kreeg de namen Jacobus Cornelis, roepnaam Co.

De een na oudste zoon, geboren in 1929, werd vervolgens Cornelis Jacobus genoemd, roepnaam Cor.

Voor hun dochter, geboren in 1936 was de verrassende naam Cornelia Jacoba weggelegd, roepnaam Nel.

Waarna de namenwissel uitgeput was en mijn vader, geboren in 1940 en daarmee de jongste van het stel, gezegend werd met de naam Reinier (vernoemd naar zijn vader, dat dan weer wel), roepnaam Rein.

Oma’s eigen naam was er eentje die mijn vader altijd graag voorzong als ware het een katholiek kerklied, de oud liturgische vorm, met bijbehorende lange uithalen; Wilhelmina Maria Johanna Sijferdina Oldenburg Smi-i-it. Haar roepnaam was Dien.

Oma had geen rijbewijs en geen fiets. Die had ze ook niet nodig want alles was binnen handbereik in haar vertrouwde hoekje van Amsterdam. De kinderen zwaaide ze uit vanachter het raam als ze naar school liepen. De school was direct aan de overkant van de straat. Zo dichtbij dat ze zelfs kon zien wat er in het klaslokaal gebeurde.

Voor haar boodschappen hoefde ze slechts de hoek om te wandelen, naar de kleine Spar waar ze de voor haar belangrijkste levensmiddelen kon kopen; brood, roomboter, melk, koffie en suiker en niet te vergeten haar Belinda sigaretten.

Als het heel mooi weer was liep ze misschien een klein ommetje in het park aan het einde van de straat. Ze keek dan vast wel eens met een schuin oog naar bejaardentehuis Open Hof dat net om het hoekje gevestigd was. En waarvan ze toen al zeker wist dat er ooit een dag zou komen dat dat haar (te)huis werd. Maar zeker weten doe ik dat niet want oma bleef liever veilig thuis en keek niet graag om het hoekje. 
De kinderen speelden wel in het park, net als wij, de kleinkinderen als we zondags op bezoek bij oma waren en het merendeel van onze ouders samen met haar koffie dronken en sigaretjes rookten. Want roken, daar konden ze wat van in de familie!



Geen opmerkingen: