Een paar maanden geleden ontmoette ik Jaap
Bressers die een presentatie gaf op een bijeenkomst waar ik was. Hij vertelde
daar vol humor over zijn leven. Iedereen in de zaal lachte hard. Tot hij
aankwam bij het moment waarop hij vertelde over zijn dwarslesie en je ineens de
kleinste speld kon horen vallen in die zo volle zaal. Hij vertelde niet alleen
over hoe dat was gebeurd, maar ook hoe hij geregeld in volledige paniek in een
Portugees ziekenhuis lag, waar alle verplegers hun werk deden volgens
standaardprocedure. Er vallen daar veel duikslachtoffers. Eén van de
verplegers, Carlos, nam meer tijd voor hem, verplaatste zich oprecht in hem als
hij weer een paniekaanval had. Hij legde een geruststellende hand op zijn
schouder en fluisterde “it’s okay” en gaf Jaap met dat kleine gebaar het besef
dat hij nog leefde en daarmee de kracht om door te gaan. Carlosmomentjes noemt
hij dat (lees zijn volledige verhaal hier als je wilt: http://www.jaapbressers.nl/carlosmomentjes/)
Jaap raakte me tot de dikste rollende
tranen die ik sinds lange tijd had gehad. Uiteraard door zijn verhaal, maar ook
omdat ik mijn eigen paniek kon voelen en de liefdevolle handen van vrienden op mijn eigen schouders. Ik
realiseerde me toen ook dat de kleine momentjes in het leven m'n hart altijd
sneller lieten kloppen. En dat ik daar tot dat moment -mede door m'n langdurige
burn-out- de deur heel stevig voor op slot had gedraaid en ik de sleutel ervan
bijna in één van de Amsterdamse grachten had gegooid. Met m'n rechterarm over
m'n linkerschouder, want dat brengt geluk! Zo blij
dat ik dat uitgesteld had en 'm nog heel lang in m'n rechterachterzak had laten
zitten. Meegewassen en al...
Daarom deel ik
hier een paar van mijn Carlosmomentjes van de afgelopen maanden, noem het maar
momenten, want klein zijn ze niet en kort al evenmin:
Ik heb in de afgelopen 4 jaar aardig wat
“uitdagingen” voor mijn voeten gekregen. Ik ben er niet overheen gestapt, maar
er doorheen gewandeld. Tot m’n knieën in de modder, dat geregeld als moeras voelde.
Ik heb veel geleerd, vooral dat ik het allemaal niet alleen hoef te doen. Iets
dat ik mezelf heel lang wijs heb gemaakt en waarvan ik overtuigd was dat dat zo
hoorde. Ik heb hulp gevraagd en gekregen. Van veel mensen, in veel situaties.
Maar met name van de vrienden die dicht bij me staan en me ieder op hun eigen
manier steunen en mij laten voelen dat “it’s okay” is. Dat ik okay ben, met al
mijn goede eigenschappen én mijn beperkingen.
Vrienden bij wie ik me veilig voel, die ik
kan mailen en bellen wanneer, hoe laat, hoe vaak en hoe lang ik wil, bij wie ik
mag logeren, die me helpen bemiddelen in de gesprekken tussen mij en de man die
21 jaar lang de liefde van mijn leven was, omdat “er samen uitkomen” helaas
niet meer lukt. We wonen nu nog “gedwongen” op één
adres, omdat hij geen woonruimte in Amsterdam kan vinden. Week op, week
af zijn we "thuis" met onze zoon van bijna 12. Om de week vertrek ik
op maandag met mijn ziel onder mijn arm, auto vol geladen en een brok in mijn
keel naar een "schuiladres".
Een daarvan was tot eind vorige maand het
huis of de woonboot van Harry, op wiens schouders ik al zat toen ik 1
jaar oud was. Harry was de beste vriend van mijn vader, die hem 23 jaar geleden
op zijn sterfbed liet beloven dat hij voor mij en mijn broer zou zorgen als er
iets met ons zou gebeuren. Toen ik Harry 7 maanden geleden belde en vroeg of ik
van een van zijn woonplekken gebruik mocht maken, hoefde hij geen seconde na te
denken. Hij loste zijn belofte aan mijn vader uiteindelijk op mijn 48e zonder
enig voorbehoud, vol liefde en toewijding in.
Jacqueline, Annelies, José, Justine, Bodine, Harry, Tilly, natuurlijk mijn mams en broertje en mijn lieve kleine ventje van bijna 12 jaar, zonder jullie had ik het allemaal niet gekund! En ja, ook Jaap Bressers, die zonder dat hij het zich zelf realiseert, mijn “aan-knop” weer heeft gerepareerd.
Jacqueline, Annelies, José, Justine, Bodine, Harry, Tilly, natuurlijk mijn mams en broertje en mijn lieve kleine ventje van bijna 12 jaar, zonder jullie had ik het allemaal niet gekund! En ja, ook Jaap Bressers, die zonder dat hij het zich zelf realiseert, mijn “aan-knop” weer heeft gerepareerd.
Scheiden doet lijden, dat cliché is enorm
waar, maar ik schrijf ‘m liever met e-i. Want lijden wil ik niet, mijn
eigen leven leiden des te meer!
Ik voel me rijk én gezegend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten